Stofwisseling

Nu alle stoffen opgenomen en ontgift zijn gaan ze naar de cellen die ze nodig hebben voor het maken van cel onderdelen (anabolisme) en het afbreken van de stoffen voor energie (katabolisme). We gebruiken de stof glucose als voorbeeld voor het stofwisseling proces.

Celademhaling

voorbeeld glucose

Dankzij celademhaling kunnen de cellen in je lichaam de stoffen nog verder afbreken tot afvalstoffen die de cellen makkelijk op kunnen nemen. De celademhaling wordt in drie stappen uitgevoerd: Glycolyse, citroenzuurcyclus, electronentransportketen.

Glycolyse

Glycolyse is een katabolistisch  proces waarbij glucose, met behulp van enzymen, in het cytoplasma van de cellen van een organisme in tien stappen wordt afgebroken, tot pyrodruivenzuur.  Eén glucosemolecuul levert twee moleculen pyrodruivenzuur op. Het pyrodruivenzuur wordt in een overgangsfase omgezet in azijnzuur. Door het wisselen van electronen in dit proces wordt er al 2 ATP moleculen gemaakt en NAHD transporteert de rest van de electronen naar de electronen transport keten.

Citroenzuurcyclus

De citroenzuur cyclus zijn acht stappen, die zich afspelen in de matrix van de mitochondriën van de cel. De citroenzuurcyclus breekt het laatste gedeelte van de glucose af hier wordt het azijnzuur omgezet in koolstofdioxide. Door het wisselen van electronen in dit proces wordt er al 2 ATP moleculen direct gemaakt en er wordt ook NAHD gemaakt en die transporteert deze electronen naar de elektronentransportketen.

Elektronentransportketen

Elektronentransportketen is de derde fase. De elektronentransportketen ontvangt alle electronen van de elektronen transporteur NADH. Via de elektronentransportketen bereiken de ionen de elektronenacceptor dat is zuurstof, waar met waterstof water wordt gevormd. Door het wisselen van alle elektronen komt veel energie vrij. De energie die vrij komt wordt gebruikt voor de vorming van ATP.

ATP

ATP staat voor adenosinetrifosfaat in twee van de drie fosfaat bindingen zit veel chemische energie, zodra deze bindingen afsplitsen komt die energie vrij voor de cel om te gebruiken waar het nodig is. Door het afsplitsen van de fosfaat bindingen wordt ATP ADP. ADP staat voor adenosinedifosfaat. Het ADP kan weer worden hergebruikt door er een nieuwe fosfaat groep aan toe te voegen om weer ATP te maken.